Interview met de Zeemeermin

 

Het verhaal over de ondergang van het oude Westerschouwen, door de vloek van een zeemeerman, is bij de meeste Zeeuwen wel bekend (en zo niet, dan las u het hiervoor). Maar wie zou kunnen vermoeden dat het nageslacht van dit zeevolk nog steeds voor de kust leeft van die verzonken stad, aan de oostkant van Schouwen? Dick van den Dool, een begaafd ziener, ontmoette in 2005 nog ‘de vrouwe van de zee’, die hij sprak over het meerminnenleven en hun relatie met de lokale bevolking.        

 

Voormalig Westerschouwen, 4 februari 2005, door Dick van den Dool

 

Aan de westkant van Schouwen traceer ik een kolonie zeemeerminnen. Wat verder langs de eblijn heb ik op een zandbank contact met een zeevrouwe, groot en omgeven door zeemeerminnen, en ze gaat staan met haar grote menselijke bovenlijf en een grote vissenstaart. Ze reist op een zwanenboot over het water en de meerminnen zwemmen om haar heen. Ze is hier even aan de kust om contact te leggen. Verder in zee wonen meer grote zeevrouwen. Ze hebben in de bovensferen een eigen rechthoekig knoopnetwerk dat bij het land stopt.

De zeevrouwe geeft aan dat mensen eigenlijk nooit meer bewust contact leggen met zeewezens waardoor ze nu tamelijk anoniem zijn.

 

"Dag mens van het goede. Ik ben de vrouwe van de zee. Ik leid en begeleid de zeemeerminnen, een kleine kolonie nog uit de oudheid. Dit is onze voorpost en het is hier nog vrij rustig voor de kust. We zijn half mens, half vis en hebben de mensen altijd bewaakt tegen de andere zeewezens die uit het water wilden komen. Wij zijn echte kustwezens en komen uit de oude Atlantische tijden en hebben ons altijd verbonden met mensen op de overgang tussen water en land. Onze taak is nu te waken over aspirant-drenkelingen: dat ze niet te ver in zee gaan door ze een signaal te geven om terug te gaan. Als ik ergens ben, gaan de zeemeerminnen rond me en om mij. Het zijn mijn beschermsters. Ik ben nu alleen, maar heb contact met andere zeevrouwen. Ik kan twintig meter hoog zijn of honderd meter, dus mijn vorm kan ik aanpassen."

"Heb je ervaringen met mensen?" vraag ik.

"Ik werkte met de mensen van Schouwen toen hier nog oudere volkeren leefden die verbinding hadden met de godin. Dan was het contact met de aarde makkelijker. Nu liggen de mensen wel op het strand maar er is geen bewust contact meer met de aarde. Je hoeft niet zoveel voor me te betekenen. Je kunt doorgeven dat wij meerminnen een rijk zijn dat niet slaapt. We zijn altijd wakker, altijd beschikbaar. Onze taak is om ons te verbinden met onze kern en om anderen in de kern aan te raken." Mooi gezegd!

"Hoe zit het met de verhalen dat zeemeerminnen mensen verleiden?"

"Er zijn ook ondeugende meerminnen geweest die graag mens wilden zijn en door wilden gaan in de mensenwereld."

 

Zo staand langs het water wordt mijn eigen vissenstaart wakker, omdat ik ooit eens de verbinding met de zeemeerminnen heb gezocht.

 

"We maken deel uit van een groot rijk met vertakkingen naar boven en naar de diepten in de zee. Hier langs de kust bevinden zich nog enkele nesten die de verbinding in stand houden. Je zou kunnen zeggen: ik bewaak ook de doorgangsplekken."

"Wat dien ik nog te weten van de zeemeerminnen?" vraag ik tot slot.

"Het is een immens rijk over de hele aarde en we zijn in de slotfase van onze ontwikkeling, gelijk de mensen. We beschermden de boten op hun verre reizen en trokken soms aan boord en waarschuwden voor gevaar. De intenties zijn juist om meer verbinding te zoeken met ons. Wij zijn tussenwezens tussen mensen en zeewezens."

 

Dan trekt de mist weer aan en bedekt de hele zee...