Het Westerlicht

De vuurtoren in Nieuw-Haamstede.

 

Officieel genaamd West-Schouwen of Wester-lichttoren. 

 

We gaan nu een grote uitstap maken, naar de buren. Hopelijk toch een leuk en informatief onderwerp voor de lezers. 

In dit uitstapje een kort overzicht over de lichttoren welke we zien als we in de domeinen lopen, op de uitkijktoren staan of bij nacht waarbij dan de toren een felle lichtbundel tot op kilometers ver laat schijnen. Staande in ons Westenschouwen zien we dus bij nacht het licht in het noorden. Lang-lang-kort in 15 seconden, ofwel FL(2+1)W15s

 

Einde zandpad De Lâone, ±1900
Einde zandpad De Lâone, ±1900

Op kaarten uit 1500 staan twee hoge houten kapen aangegeven in de westelijke duinen van Schouwen: de ‘Noort Kaep’ en de ‘Zuydt kaep’. Ze vormen een zichtlijn om schepen veilig tussen de zandbank Banjaard en de westkust van Schouwen te geleiden. Vermoedelijk brandden er in die tijd nog geen vuren. Na 1540 zijn er vlakbij de Noort Kaep twee stenen vuurboeten bij gekomen, die met

elkaar een lichtende lijn vormden om ook ’s nachts de routelangs de Banjaard te markeren. Later vanaf 1583 werd ook de oude kerktoren van Kouderkerke, ofwel de Plompetoren, gebruikt als vuurbaken om in combinatie met de andere bakens in de duinen de vaartlijn richting Zierikzee te bepalen.

De benaming vuurtoren stamt nog uit de tijd dat men torenlichten met vuur deden maken op de toppen van duinpartijen. Door vuurbakens of -korven wel of niet geplaatst op ‘n toren in één lijn te plaatsen konden de zeelui veilig navigeren. Voor de beroepsvaart werd in 1848 de eerste echte toren in Renesse geplaatst. Een 25 meter hoge houten vuurtoren. Niet op de plaats van tegenwoordig, maar deze stond aan het einde van de Laône, daar waar nu restaurant “Zeerust” staat  welke voorheen de vuur- of lichtwachterswoning was, verkocht in 1947 aan Jan Gloude die van het huis een pension maakte. Het tweede lichtbaken lag verder oostwaarts, in het duingebied van Noordwelle. De houten toren in Renesse brandde echter in 1855 tot de grond toe af zodat men kon beginnen met een nieuwe ijzeren toren. De nieuwe toren werd vanaf toen, 1856, verlicht middels driepits petroleumlantaarns. De ijzeren toren werd echter alweer eind 1915 afgebroken. De ook in 1848 opgebouwde stenen toren in Noordwelle welke in 1857 nog met 14 meter werd verhoogd, werd in 1916 door de genie opgeblazen. De toren was door het verplaatsen van de vaargeul overbodig geworden.

Behalve de vuurtorens had men inmiddels als derde baken het minder bekende lichtopstand welke voor 1938 al weer was verdwenen. Later werd het verklikkerlicht opgetrokken in 1914 maar dat gaf niet meer licht dan een haven- of schaarlicht en werd om die reden al in 1924 ontmanteld en er kwam een sterkere lichtbron te staan.

 

Genoemde lichtbakens waren vooral bedoeld om de schepen te begeleiden naar en door het Brouwershavensgat. Om kort te zijn: op 1 september 1848 werden voor het eerst drie kunstlichten op rij ontstoken en wel: één op de stenen opstand, één op de houten opstand en één als verklikker.

Nieuw-Haamstede vuurtoren, ± 1900.
Nieuw-Haamstede vuurtoren, ± 1900.

Voor meer navigatie en veiligheid stond er echter ook een grote stenen vuurtoren op het duin bij het vuurtorenpad. Deze toren die al in het jaar 1700 dienst deed moest echter vanwege duinafslag in 1737 afgebroken worden en werd meer landinwaarts opnieuw opgebouwd maar brandde helaas in 1744 af. Hierna werden er nog diverse malen z.g.n. vuurboeten opgetrokken. Ook deze moesten weer verplaatst worden of brandden af. Omdat de scheepvaart steeds drukker werd moest er zekerheid komen en zo werd er in 1835 werd een onderzoek uitgevoerd naar de meest geschikte locatie voor de vuurtoren op Schouwen, door inspecteur-generaal Twent, de ingenieur van ’s Rijkswaterstaat A. Caland en Leendert Valk. Ze zochten naar een plek die de komende eeuwen gevrijwaard zou blijven van kustafslag en met een stevige ondergrond. Op 3 december 1835 leverden de drie heren hun rapport met bevindingen op en op 9 oktober 1836 werd een voorlopig contract getekend voor de aankoop van een stuk grond in de westelijke duinen. En zo werd in 1837 de eerste steen gelegd. In 1839 was men zo ver dat men met het opstellen van de lantaarn kon beginnen. Nadat er in 1839 nogmaals een vuurboet instortte werd er vaart gemaakt met de afbouw en werd het licht op 25 maart 1840 ontstoken op 58 meter boven zeeniveau.

Het oorspronkelijke lichttoestel uit 1839 functioneerde tot 1882. In dat jaar werd het vervangen door een draaiende optiek, met een petroleumvlamlicht als lichtbron. In december 1910 werd het petroleumvlamlicht vervangen door een pharolinegloeilicht.

In 1922 kreeg de kop van de vuurtoren opnieuw een ander aanzicht: Op de omloop werd een stalen kustwachtpost gebouwd. Op 22 juni 1934 werd het licht geëlektrificeerd: de uurwerkaandrijving van de optiek werd vervangen door een elektromotor en het gloeilicht maakte plaats voor een elektrische gloeilamp. 

 

Oorlog:

Op 10 mei 1940 voerden Duitse vliegtuigen een aanval uit op het in 1931 gereed gekomen vliegveld Haamstede. Met boordmitrailleurs en -kanonnen werden de aanwezige vliegtuigen vernietigd en werd ook de optiek van de vuurtoren in scherven geschoten. Tijdens de bezetting brachten de Duitsers in de binnen schacht houten balken aan met een vloer waarop springladingen werden aangebracht. Bovenop de toren werd afweergeschut geplaatst. De vuurtoren heeft de oorlog overleefd, de springladingen zijn niet ontstoken. 

In 1946 werd in de nog steeds glasloze lantaarn een hulplicht geplaatst. Pas in juni 1948 werd er weer glas in de lantaarn gezet. In de periode 1952-1953 werd de houtconstructie verwijderd en de machinekamer ter hoogte van de eerste omloop gemoderniseerd. Ook werd een nieuw aandrijfmechanisme voor het verlichtingstoestel geïnstalleerd en de kwikbak waarin de optiek draaide werd vervangen door een kogellager en de toren kreeg een nieuwe optiek. Deze optiek is er nog steeds. Het licht werd op 28 mei 1953 voor het eerst ontstoken. Het karakter is Fl(2+1)W15s. De lichtbron was in eerste instantie een Brandarislamp van 4.200 watt, met een gasgloeilicht als reserve. Heden ten dage is het licht afkomstig van een lampenwisselaar met kwikjodidelampen met een vermogen van 2.000 watt. Om te voorkomen dat vogels zich tijdens de trek te pletter vliegen tegen de lantaarn of de toren is in 1953 vogelverlichting op de toren aangebracht. In 1979 kreeg de vuurtoren radar. Omdat het lichthuis uit 1882 te zwak was om de draaiende radarscanner te dragen, werd het vervangen door een nieuw exemplaar van roestvrij staal en voorzien van onbreekbare ruiten van polymethaanacryl. Het licht van de toren reikt 30 zeemijlen ver en de lantaarn heeft een lichtsterkte van 5,2 miljoen candela. Het oude lichthuis verhuisde in 1981 naar Burghsluis, waar het dienst doet als kantoortje van de havenmeester.

 

Kleurtje:

Omdat de oorspronkelijke grauwe kleur van de vuurtoren niet goed opviel was het nodig dit hoge

obstakel beter herkenbaar te maken voor de piloten. De firma A.M. Coomans te Haamstede kreeg daarom in 1935 de opdracht om een rode spiraal op een witte ondergrond aan te brengen op de vuurtoren. Het werd een rode spiraal op een spierwitte ondergrond. De rode verf hield zich goed maar de witte kleur was een probleem totdat men in 1937 een mengsel van 100 kg witte

cement en 130 liter karnemelk wel bleek te voldoen. In juni 1940 hebben de Duitsers de toren groen geschilderd om hem te camoufleren. Deze verf was van slechte kwaliteit. Na de oorlog was een groot deel van het groen weggespoeld, zodat de rode en witte banden weer zichtbaar werden.

 

Problemen met de fundering:

In de jaren zeventig ontstonden er problemen met de fundering van de toren. Het grondwaterpeil in de duinen was zover gezakt dat het houten raamwerk en de heipalen boven het grondwater uitkwamen, waardoor ze dreigden te gaan verrotten. Om het hout te conserveren moet het onder water staan. Men veronderstelde eerst dat de grondwateronttrekking door de Watermaatschappij Zuid-West Nederland de oorzaak was voor het zakken van het grondwaterpeil maar later was men ervan overtuigd dat dit kwam door duinafslag. Bovendien waren de jaren 1970-1973 erg droog. De Bouwkundige Dienst van het Loodswezen constateerde in 1974 dat maatregelen noodzakelijk waren. Even was er sprake van een plan om de schimmels die de verrotting veroorzaakten te bestrijden door gifgas in de bodem te spuiten. Omdat men zich realiseerde dat daardoor binnen een straal van enkele tientallen meters plantengroei onmogelijk zou worden, werd al snel gekozen voor een andere oplossing. In het voorjaar van 1975 injecteerde men de zandlaag rondom het bovenste deel van de houten fundering via een groot aantal boorgaten met een mengsel van waterglas (een chemische stof), cement en bentoniet (zwelklei). Door dit mengsel werd de grond keihard, waarmee een solide fundering van de vuurtoren werd verkregen.

Toen de vuurtoren in 1979 van radar werd voorzien kregen de vijf kustwachters een cursus bij Pilot-Maas in Hoek van Holland, waarmee ze werden voorbereid op een functie als zeebeveiligingsambtenaar (zeeverkeersleider). Tot 1 januari 1995 is de toren bemand geweest. De radarsignalen worden sindsdien door de zeeverkeersleiders van de vuurtoren bij Ouddorp gelezen. De 5 lichtwachterswoningen werden verkocht aan particulieren, de toren zelf is in beheer door eigenaar Rijkswaterstaat. En helaas, jammer genoeg is de vuurtoren niet toegankelijk voor publiek, dit in tegenstelling van de periode dat er nog vuurtorenwachters waren die de rondleidingen verzorgden tijdens open dagen. De toren heeft sinds 1982 de rijksmonumenten status onder nummer 38794. Het oude lichthuis is in 1979 ook vervangen omdat deze de nieuwe radarconstructie niet kon dragen. Dit lichthuis is nadat het een tijdje als tuinhuis had gefungeerd naar Burghsluis verplaatst. Het staat daar aan de haven en heeft al diverse bestemmingen gehad.

Zie hieronder een foto impressie over de besproken onderwerpen.

 

Als leuke bijdrage moet ik de naam Mineke Staijer noemen. Zij heeft als dochter van de voormalige vuurtorenwachter Jan Straijer een zeer leuk en educatief boek geschreven: Vuurtorenkind, ISBN 9789402199598. Zeer de moeite waard.

 

 

 

  1. Hieronder beginnen we de eerste 4 foto's met panoramisch overzicht met daarom de torens bij Renesse.
  2. De tweede rij is de vuurtoren Noord Schouwen bij Den Haard. Deze toren uit 1848 stond ter hoogte van de duinovergang Het Klokje, laatste foto, het opblazen hiervan.
  3. De ijzeren- of eerste vuurtoren te Renesse met woning, later “Zeerust”. Op de tweede foto is De Lâone nog een zandpad.
  4. Lichtopstand, stond 700 westelijk van de ijzeren toren waarbij de laatste foto in 1908 beide Renessers vuurtorens op één lijn. Op de voorgrond de ijzeren of eerste toren en achteraan op grondgebied van Noordwelle, de stenen of tweede toren.
  5. Op de eerste foto: Tussen de duinovergangen Scholderlaan en Oude Moolweg stond ook een kleine lichtopstand, afgebroken in 1938. Foto 2 en 3: Laatste overblijfsel verklikkeropstand.
  6. Het Westerlicht, vuurtoren te Nieuw-Haamstede.
  7. Het oude lichthuis. Eerst te zien als theehuisje en dan als kantoortje bij Burghsluis.