Voor paal staan, maar toch...

 

Als je boven aan de trap staat, maar ook op het strand, dan zie je in de verte richting Vrouwenpolder een paal, mast boven water uitsteken. Aan mij is al verscheidene keren de vraag geweest: wat is dat voor ’n ding??

Is het ’n markering voor een wrak, een grensmarkering (Noordzee/Oosterschelde), een ankerpaal, de meest uiteenlopende antwoorden geeft men op hun eigen vraag.

Welnu, een antwoord is zo gegeven: Dit is het 

Meteoplatform De Schaar WMO-nr 06316 automatisch weerstation.

Een mond vol voor een platform wat eigenlijk niet veel meer voorstelt. Om een weersverwachting te kunnen opstellen en het klimaat te monitoren, verzamelen meteorologen over de hele wereld waarnemingen en metingen. Het Nederlandse instituut hiervoor is het bekende KNMI wat inmiddels al 150 jaar bestaat.

Als we even terug kijken in de geschiedenis van zeevaart dan is te lezen dat men voor de veiligheid van die scheepvaart langs de Nederlandse kust en met name voor-, naast-, of achter zandbanken, diverse lichtschepen voor anker liet gaan. Zo had je o.a. ver uit de kust van Goeree de Noord-Hinder liggen. Iets zuidelijker en dichter bij de Schouwense kust bij de Schouwenbanken kwam op 30 maart 1881 een lichtschip te water, waarna op 27 september het 2de schip verscheen. De schepen bij de Schouwenbank zijn in oorlogstijd door de Duitse bezetters geconfisceerd en afgevoerd naar Duitsland, deze zijn echter niet meer teruggekeerd. De meeste andere in beslag genomen schepen keerden wel terug.

Daar het KNMI al in 1849 diverse meetpalen op land had staan om daar hun bevindingen uit op te maken, werden vanaf 1900 ook de lichtschepen voorzien van meetapparatuur om in het vervolg betere voorspellingen te kunnen maken. Ook in de monding van de Oosterschelde lag een klein lichtscheepje met meetapparatuur. Erg veilig was het echter niet, bij storm of harde wind sloegen de schepen vaak van anker en moesten letterlijk alle zeilen bijgezet worden om aanvaringen of strandingen te voorkomen. Dat was ook de reden dat men stap voor stap de schepen uit dienst nam. Het lichtscheepje in de Oosterschelde werd ook vervangen. De laatste op de Noordzee verdween echter pas in 1994. De verdwenen schepen werden vervangen door boeien met lichtpunten en vaste platforms, groot en klein. En zo kwam De Schaar (jaar onbekend) aan haar kleine meetstationnetje. 

Het KNMI beheert in Nederland ruim 48 automatische weerstations, 34 op land en 14 op zee die continu de windrichting en –sterkte, de temperatuur, de relatieve vochtigheid, de neerslag, de globale straling van de zon, zicht en luchtdruk meten, evenals neerslagsoort en weertype. Verspreid over het land staan ook 14 windpalen.

Het stationnetje hier aan de Schelde meet enkel en alleen maar de windrichting en snelheid. Het is een z.g.n. windmast (anemometer = windsnelheidsmeter). Vele andere, zowel de grotere als de nieuwere stations hebben een veel uitgebreider scala aan metingen: Temperatuur van lucht en zeewater, Snelheden zeewater, RV (relatieve vochtigheid), Wind, Windsnelheid + Max, Zicht, Druk.