Kanaalratten aan de kust!

 

Wat is een kanaalrat?

 

Het fenomeen doet zich al sinds mensenheugenis voor. 

Een kanaalrat is in feite een lagedrukkern ((rand)depressie) die zich snel uitdiept in de Atlantische Oceaan en via Het Kanaal de Noordzee induikt.

Meestal hebben stormgebieden een diameter van enkele honderden kilometers. Het gaat dan ook om vrij grote, eerder traag bewegende diepe depressies die door hun omvang dagen van tevoren kunnen worden opgepikt door de weercomputers.

Maar heel soms ontstaan kleine depressies met een diameter van 100 km of zelfs minder. Dergelijke kleine systemen konden vroeger niet worden berekend door de computermodellen. Ze "verdwenen" gewoon van de computerkaarten omdat de berekeningen te ruw waren, niet fijnmazig genoeg. En zo kon het gebeuren dat er plots een storm opstak zonder dat de mensen verwittigd waren. Dat gebeurde bijvoorbeeld op 12 mei 1983 in Nederland.

Dat leidde tot de term "kanaalrat": een geniepig ding dat onzichtbaar zijn werk doet, sluipend, moeilijk op te sporen maar (soms) dodelijk.

 

Het is alweer jaren geleden dat Nederland, notabene op Hemelvaartsdag, getroffen werd door een extreem venijnige storm, die als uit het niets leek op te duiken. Op de donderdagochtend van 12 mei 1983 leek er geen vuiltje aan de lucht te zijn. De wind trok wat aan en op de nadering van een storing nam de bewolking vanuit het zuidwesten geheel volgens verwachting toe. Tot 10 uur in de ochtend was er in het weerbericht op de radio niets bijzonders te horen. Het beloofde een redelijke dag te worden, al zou het tijdelijk wel even kunnen gaan regenen. Maar reeds om 10 uur barstte het geweld in volle hevigheid los en wakkerde de wind het eerst aan de Zeeuwse kust aan tot een zware storm. Weldra haalde de wind uitschieters tot ver boven de 100 kilometer per uur. Het stormveld breidde zich in de uren daarna heel snel over de rest van West- en Noord Nederland uit. Ook op het IJsselmeer stak een gemene zuidwesterstorm op met zeer zware windstoten. Even snel als de verwoestende storm opstak, nam de wind in de loop van de dag ook weer vlot in kracht af. In een groot deel van het land richtte de storm veel schade aan. Er kwamen in totaal 10 mensen om het leven. Vooral watersporters werden verrast en waren op het open water zeer kwetsbaar voor de plotselinge windtoename. Vijf jaar eerder, op 28 mei, veroorzaakte een vergelijkbare storing een zware storm langs de Nederlandse kust. Die storm was wel vrij goed aangekondigd. Een half jaar daarvoor kreeg een groot deel van Frankrijk en Duitsland te maken met een onverwachts zware storm. Dat was op de tweede kerstdag van het jaar 1999. Daags daarna trof een volgende zeer zware storm, weer tamelijk onverwacht, het zuidelijke deel van Frankrijk. Alleen al in Frankrijk kwamen 130 mensen door het natuurgeweld om het leven.

Op 27-28 mei 2000 maakte ons land ook kennis met een kanaalrat: In dat weekend zijn 2 stormdepressies (zgn. tweelingstormen) voorbijgetrokken waarbij boven land pieken tot 11 BFT en boven zee 12 BFT stond. Er vielen in Nederland toen 3 doden. Daar werden ook de felste rukwinden gemeten (Vlissingen: 151 km/u, IJmuiden: 122 km/u). Ook in België waren er felle rukwinden (Oostende: 112 km/u, Kleine Brogel: 108 km/u).

Op 23 januari 2009 trok een kanaalrat via de kust richting Nederland en Denemarken. De luchtdruk daalde 's middags aan zee tot 964 hPa, een zeer lage waarde. Daarna verwijderde de kern zich naar het noordoosten. De wind ruimde naar het westen tot het noordwesten en wakkerde fel aan, met rukwinden tot 90 km/h en veel regen. Op 4 november 2012: Na een regenachtige voormiddag kwamen er opklaringen maar stak de wind fors toe met rukwinden tot 90-100 km/u. De felste rukwinden werden gemeten aan het Nauw van Calais. Daar was er een piek tot 130 km/u.

 

Het Nederlandse weer kan erg wisselvallig zijn. Weerkundigen proberen met behulp van de modernste technieken, enige grip te krijgen op de soms snelle weersveranderingen. Daartoe wordt ondermeer gebruik gemaakt van honderen meetrapporten, die ieder uur opnieuw binnenkomen. Deze metingen worden aangevuld met satellietbeelden en radaropnames. Tenslotte heeft de meteoroloog ook de beschikking over meetgegevens die betrekking hebben op de hogere luchtlagen. Die metingen worden deels gedaan door speciaal hiervoor ontwikkelde weerballonnen. In de meeste gevallen kan de schat aan informatie, aangevuld door diverse berekeningen van de weermodellen, voldoende duidelijkheid verschaffen om een bruikbare weersverwachting te maken.

Problemen kunnen ontstaan, als een snel ontwikkelend weersysteem over een gebied trekt, waar weinig metingen worden uitgevoerd. Hoewel dit gevaar steeds kleiner wordt, doordat de betrouwbaarheid van ondermeer satellietmetingen verder toeneemt, kan het soms toch ernstig fout gaan.

Overeenkomst tussen al deze verwoestende stormen was, dat ze zich onverwachts snel konden ontwikkelen. Uit onderzoek achteraf blijkt, dat de toename in kracht voor een belangrijk deel werd veroorzaakt door zeer sterke winden op grote hoogte in de atmosfeer. Bovendien kwamen alle stormen uit een zuidwest- of westelijke richting. Hun herkomst lag dus boven open zee of oceaan. In een gebied met relatief weinig waarnemingen. Met name de hemelvaartsstorm van 1983 kwam als een dief in de nacht. De kleine maar felle depressie trok precies door het Kanaal, boog voor de Belgische kust af en vervolgde zijn rampzalige koers langs de Nederlandse kust. Het systeem bleef boven open water en kon z’n kracht goed vast houden of zelfs nog verder in betekenis toenemen. Bovendien trok de depressie over gebieden met relatief weinig waarnemingen. Waardoor het kon gebeuren, dat de weerkundigen er destijds zo ver naast zaten en de hele storm over het hoofd hadden gezien. Dit soort depressie, die het Kanaal volgt, worden dus in de weerkunde ‘kanaalrat’ genoemd. Overigens is er in de afgelopen decennia veel veranderd in de weerkunde. Een fout als in het jaar 1983 zal zich hoogstwaarschijnlijk niet meer voordoen. Mede door nauwkeurigere radar- en satellietobservaties en gekoppeld daaraan betere modellen, zal de weerkundige zich niet meer zo ernstig laten verrassen. Aan de andere kant, weersverwachtingen blijven weersverwachtingen. En dat is wellicht maar goed ook. Alleen de Here weet tot in detail, hoe het weer zich zal gaan ontwikkelen.

 

Dus mensen, geen paniek, het is geen ongedierte maar wel een fenomeen om respectvol mee om te gaan. Een fenomeen dat je vanaf het strand goed aan kunt zien komen. Groen-grijze luchten, aanzwellende wind, veel regen die je ook al van veraf kunt aanschouwen, dit terwijl je zelf nog in het zonnetje ligt. Maar..... Kortom: tijd om je handdoekje te pakken.