't Moolhof

Chaletpark ’t Moolhof is momenteel een kleinschalig chaletpark met iets meer dan 60 plaatsen.

Rust en ruimte bepalen de sfeer op ‘t Moolhof, geen kantine, geen bingo en daarom bijvoorbeeld ook geen auto-parkeeruimte bij de caravan. Alle kavels zijn voorzien van gas, water, elektriciteit en kabel. Op het terrein is tevens een kleine wasserette aanwezig.

 

Maar dat was niet altijd zo.

Nee, dit hedendaagse kampeerterrein was vanuit vroeger tijden een zandverstuivingsgebied wat, naarmate de tijd vorderde, op natuurlijke wijze geheel ingesloten door andere gebieden uitgroeide tot een karig grasland waar toch wel gegraasd kon worden. Tot de mens er echt mee aan de slag ging. 

 

Definitie oude Zeeuwse woorden:

Mool:

1: maêl

2: meêl

 

’t Mool’of, een naam komt niet zomaar aanwaaien, dat moet een reden hebben. En dát heeft ook ’n reden, alleen de welke is tot op heden niet bekend. Er bestaan twee versies, twee oude overleveringen die niet te herleiden zijn, nog niet. Hopelijk is dat toekomstmuziek.

De eerste versie gaat over de oude haven van het dorpje Westenschouwen. Daarover heb ik al eerder over geschreven. Even een herhaling:

“We vermeldden reeds, dat hier niet lang voor 1300 een sluis werd gemaakt. Daarbij moeten ook een spuikom en een watermolen hebben behoord. De haven, benoemd als Nieuwe Haven, lag aan de uitmonding van een kreek in de mond van de Oosterschelde. Er wordt verondersteld dat er ten zuiden van de oude houwer (spuikom) van Westenschouwen een sluis met een havenbuurt heeft gelegen. De havengeul naar de Schelde zal door een havendam of hoofd beschermd zijn geweest. De houwer was van belang voor het doorspoelen van de haven. Het getijverschil maakte het mogelijk bij eb een watermolen te laten draaien. De heer van Westenschouwen zal daar inkomsten uit gehad hebben, evenals uit het vissen bij de sluis. Verder kan van betekenis zijn geweest dat er zoet duinwater naar de houwer afstroomde”. 

Wel nu de eerste versie stelt dat die watermolen hier op ’t Moolhof heeft gestaan.

De tweede versie gaat over een Korenmolen die al voor 1650 is afgebroken. Ook hierover is weinig tot niets bekend. Het Nederlandse molenbestand zegt echter dat deze molen aan de hedendaagse Kraaijensteinweg heeft gestaan. En wel ter hoogte van de Huisjes van Bom en wel op de plaats van Huis ‘De blonde duinen’. 

Dat ’t Moolhof haar naam te danken heeft aan een molen is vrijwel zeker, maar van welke blijft de vraag. Er zit nog een addertje onder het gras. Het mool (uitgesproken als maêl) is ook een watertje.

Vanaf een bepaalde periode ging men steeds meer land bewerken voor levensbehoefte. Er werden bloembollen gezet, groenten gezaaid of men ging met fruit aan de slag. Dat laatste werd gaandeweg ondernomen op ’t Moolhof. Fruitbomen zoals appelen, peren, pruimen, kersen, maar ook struiken met bramen, frambozen, bessen werden geteeld. Maar met moeite, de zilte ondergrond zorgde ervoor dat vaak halve teelten uitdroogden. Zout/zilt water komt men al op 0,5 mtr diepte tegen en er zal vaak met veel zoet water opgespoten moeten worden en daarvoor had men vroeger niet de middelen. Het was hard aanpoten voor de telers en arbeidslieden om toch ’n belegde boterham te verdienen. Echter werden het wel erg zure appels. Na de stormramp in 1953 werd de grond alsnog zouter en nog moeilijker te ver- en bewerken. Het echtpaar Steur-Landegent die de laatste telers waren maakten wel van de nood een deugd. Van de oogsten werd er inmiddels ook aan huis verkocht, in ‘n groenten- en fruitwinkeltje gelegen aan het Kommertjesweegje. Vooral met het opkomende toerisme was dat wel te doen. Maar eens hield het op. Eind jaren ’80 werd de grond onderhanden genomen en begon de familie Steur een camping welke jaren later werd overgenomen door de familie Hansen die nu nog steeds de traditie voort zet.