Plompetoren van Koudekerke

 

Waarom dit gebouw zie ik u zich afvragen. “Het hoort niet bij Westenschouwen”, en daar heeft u gelijk in. We maken dit uitstapje louter en alleen omdat deze toren gebruikt of “misbruikt” wordt als “Toren van de legende van de Zeemeermin van Westenschouwen”.

 

Westenschouwen, de eens zo welvarende plaats aan zee, waar echter volgens de legende van de door vissers geroofde zeemeermin “alleen de toren zou blijven staan”. De toren bleef inderdaad ook staan, maar werd in 1846 afgebroken. De toren was te vergelijken met de Sint Lievenstoren te Zierikzee.

 

Ook andere dorpen zijn verdwenen in de tand der tijds. Wie toen, staande op “De Punt” bij Westenschouwen in 1300, kijkend van de Punt richting Zierikzee zag men alleen maar land met in de noordelijke lijn o.a. Koudekerke en in de zuidelijke lijn de eerder verdronken dorpen zoals, Clauskinderen, Brisselkerke, Looxhaven, Sutkerk, Symonskerke en nog meerdere. De laatst genoemde dorpjes lagen dicht aan de kustlijn en verdwenen als eerste in zee. Koudekerke dat wat verder landinwaarts lag hield het om die redenen ook langer vol. Echter in de 16de eeuw werd het dorp tot 3x toe aangevallen door de zee en telkens werd het nipt onttrokken aan de wateren van de Oosterschelde. De derde keer in 1581 moest het dorp, bestaande uit kerk, 26 huizen en een molen, zelfs beschermd gaan worden door een inlaagdijk dwars door het dorpje heen waarbij toch al de helft van het dorpje als verloren beschouwd moest worden. Spoedig werd de inlaagdijk, de buitendijk. Een kerk lag doorgaans in het midden van een dorpje zodat je nu wel een beeld kunt vormen welk gedeelde er toen verdween in de Schelde. In 1654 is de noordelijke inlaagdijk aangebracht waarna er later een mooi natuurgebied kon ontstaan. (Voor meer uitleg “inlagen” zie chapter 20).

In 1583 werd de kerk afgebroken maar dankzij de scheepvaart mocht (moest) de toren blijven staan om dienst te gaan doen als vuurtoren en werd letterlijk met hout opgestookte lichtbaken. Het gedeelte van het dorp dat gered was kon verder leven aan de rand van de dijk onder de toren. Helaas maakte de bezetter 1943 een einde aan dit niet te benijden maar toch wel idyllische dorpje door het geheel met de grond gelijk te maken. Wat een waanzin.

 

De dijk voorlangs de toren werd pas in 1935 geasfalteerd en de betonnen muur, genaamd “De Muralt”, werd in 1926 aangebracht. Later is zowel, de dijk als het wegdek nog diverse malen verbeterd en toegankelijker gemaakt. Gelukkig is men op het verzoek in de vroege jaren 1900 om de toren, i.v.m. kraaienoverlast, toch maar af te breken niet tot overeenstemming gekomen en werd deze in 1937 zelfs nog grondig gerestaureerd. Iets waar men tot op de dag van vandaag nog steeds doet. Als men nu op de toren staat heeft men een prachtig uitzicht over de Schelde, Oosterscheldekering, Zierikzee en zelfs de zeehonden op de zandplaat kan men zien terwijl men luistert naar de “foute” legende.

 

Echter men vergeet één ding: In het voorjaar moet je je eens omdraaien, met de rug naar de zee, en je ziet de vierkanten bloementerrasjes van de oorspronkelijke bewoners in de inlaag opkomen. Dat waren hun tuintjes en deze werden tot voor kort nog steeds door lokalen ingezaaid ter nagedachtenis.

 

De teksten op onderstaande foto's van oude ansichtkaarten kloppen dus niet helemaal.